Een professor vertelde eens het verhaal van een student die onderzoek deed naar leiderschap in het kraakpand waar hij woonde. De jongen had een anarchistische visie en was ervan overtuigd dat er in het kraakpand geen leiders waren, maar dat alles collectief gebeurde en werd besloten.
Onthutst bracht hij de prof op de hoogte van zijn bevindingen. De voornaamste conclusie van zijn onderzoek was dat hijzelf de leider was.

Het onderwerp zelfsturing en zelfsturende teams kent een soortgelijke premisse. Een groep kan zichzelf sturen zonder leiders. In de praktijk zullen er echter altijd (informeel) leiders actief zijn. Daar is niets mis mee. Als je dat aanvaardt hoeft er ook niet geheimzinnig over te worden gedaan. Benoem het leiderschap, dat schept duidelijkheid en geeft buitenstaanders (zoals, om maar eens iets te noemen, het hoger management) een aanspreekpunt.

Mooi aan zelfsturende teams is wel dat de leiders langs een soort impliciete en informele lijn legitimiteit verwerven en krijgen toebedeeld. De leider wordt “gekozen” op basis van kracht. Hij is geen leider omdat iemand hem op die positie heeft geplaatst en hem daar de bijbehorende macht heeft gegeven.

De term “zelfsturende teams” geeft nauwelijks weer hoe de leiding binnen een team is ingevuld. Een alternatieve term als “informeel leiderschap” leidt er alleen maar toe dat iedereen zich bewust wordt van het bestaan van die informele leider. Zo informeel is dat leiderschap dan ook niet meer. Grote kans dat de informele leider dan gewoon als manager handelt en wordt bejegend.
Of moeten we ook dat maar accepteren en de illusie van zelfsturing de illusie laten?! Nee, wat mij betreft niet. Althans niet helemaal.

Zelfsturing gaat uit van twee premissen, te weten:

  • Het toekennen van maximale verantwoordelijkheid aan medewerkers gepaard aan een maximaal mandaat;
  • Het leggen van de leiding waar deze “natuurlijk” thuis hoort.

Beiden zijn zaken waar ik sterk in geloof. Leiders zijn leiders vanwege de legitimiteit die ze als leider bezitten. Die legitimiteit krijgen ze toebedeeld door hun medewerkers en ontlenen ze aan de volledige inzet van hun leiderschapskwaliteiten.[i]

Ik geloof in een hoge mate van zelfsturing. Bij de realiteit van “informeel leiderschap” en daarmee bij die van “zelfsturende teams” plaats ik kanttekeningen.

Zelfsturing: ja!

Van mij mag iedereen over “zelfsturende teams” blijven praten. Mits met realisme en met als uitgangspunt de genoemde premissen.

Bergschenhoek, 13 mei 2002

 

Lees ook: Sturing.

[i]    Markensteijn, P.H., ´De legitimiteit van het leiderschap ontrafeld´, mei 2001