Veel ideeën over management wordt een legitimatie meegegeven door te verwijzen naar “wetenschappelijk” onderzoek. Taylor zette daarvoor begin vorige eeuw de toon met zijn Scientific management. In De Managementmythe maakt Matthew Stewart daar gehakt van. Net als van het wetenschappelijke karakter van werken van Mayol, McGregor, Ansoff, Porter en Peters & Waterman, overigens.

Een fout in veel managementboeken is onbegrip over de rol van toeval. Er worden bedrijven of “topmanagers” uitgezocht die al langere tijd beter dan het gemiddelde presteren. Vervolgens wordt gekeken wat tussen die bedrijven of topmanagers onderling de overeenkomsten zijn. Om daarna de gevonden overeenkomsten te presenteren als de juiste weg voor managers.

Maar …

Ook als er 1028 mensen gaan dobbelen in tweetallen en als degene met de hoogste score doorgaat naar de volgende ronde (als er twee gelijke ogen gooien, dan gooien ze over tot er een winnaar is), dan blijven er uiteindelijk 32, dan 16, dan 8, dan 4, dan 2 en dan 1 topper over.

Maar…

Het is geen verdienste, de winnaar heeft gewoon heel veel geluk gehad.

En…

Er zal altijd een winnaar zijn. Altijd een topgeluksvogel.

Dus een selectie van toppers op basis van uitzonderlijke prestaties kan nog steeds tot een selectie van geluksvogels leiden. Dat zal op zijn minst voor een deel van de geselecteerden gelden. Dat dit geen theorie is blijkt wel uit onderzoek naar bedrijven die in In Search of Excellence van Peters & Waterman als grootse voorbeelden werden getoond. Velen bleken het de jaren na het verschijnen van het boek aanmerkelijk slechter te hebben gedaan.

Toeval en geluk zijn nog altijd belangrijke factoren voor succes!

Dan het tweede fenomeen in dit soort literatuur. Als de toppers zijn geselecteerd, dan start de zoektocht naar gemeenschappelijke eigenschappen. De veronderstelling is dat die eigenschappen wel tot het succes moeten hebben geleid. Een gewaagde aanname, want misschien zijn die eigenschappen ook wel te vinden bij minder presterende of zelfs bij falende bedrijven.

En dan nog iets…

Veel van die toppers hebben dezelfde (soort) opleidingen gevolgd, hebben kennis en ervaring opgedaan in dezelfde managementcultuur en vaak ook nog in een zelfde soort omgeving. Het zou zelfs zo kunnen zijn dat ze iets gemeen hebben dat op een dwaling berust. Zij zouden bijvoorbeeld bet allemaal succesvol kunnen zijn ondanks een bepaalde gedeelde eigenschap. In de logica van dit soort managementliteratuur is het een valide uitkomst om de overeenkomsten als positieve factoren voor het realiseren van succes te bestempelen. Maar, de logica zelf is niet valide. Helaas.

Dus…

Trek uw eigen conclusies. Denk nog eens aan de boeken waar u enthousiast over was. Hoe vaak herkent u het geschetste patroon?

En…

Blijf alert! Blijf kritisch!

Er wordt veel onzin verkocht met een schijn van wetenschappelijkheid…