In “‘Peer pressure’ en zelfsturing” haalde ik Malcolm Gladwell aan over de invloed van gelijken (in het Engels: ‘peers’) op collega’s. Een invloed die groter is dan de invloed van bazen.

Zelf heb ik ook weleens meegemaakt dat het management van een afdeling een lijstje had opgesteld met het format “Een medewerker van afdeling A is…”, waarna een opsomming van positieve gewenste eigenschappen volgde. Binnen de kortste keren hingen er op de afdeling overal soortgelijke lijstjes waarbij alle eigenschapen waren veranderd in het tegengestelde van het managerslijstje. Lijstje van het management…? Kaltgestellt!
In het boek van Gladwell, “The Tipping Point”, wordt onder andere het effect van ouderlijke opvoeding behandeld. Het effect daarvan blijkt aanzienlijk kleiner dan gedacht. In “Over gedragsbeïnvloeding” speculeerde ikzelf, mede op basis van eigen ervaring, dat de opvoedkundige invloed van managers wordt overschat.
Op basis van het voorgaande ga ik ervan uit dat de opvoedkundige invloed van managers beperkt is en dat de invloed van gelijken (collega’s) aanzienlijk groter is. En dat leidt dan weer tot de volgende gedachten:

  • Organisatiecultuur is een resultante van vertoond gedrag;
  • Gedrag word vooral bepaald door gelijken;
  • Gelijken maken en bestendigen een organisatiecultuur;
  • De invloed van managers op het gedrag van medewerkers is gering;
  • Organisatiecultuur in een groep veranderen is voor managers vrijwel onmogelijk;
  • Je zou misschien kunnen denken dat managers een groep volledig uit elkaar moeten halen om de organisatiecultuur te veranderen;
  • Dat klopt wellicht. Maar…
  • De leden van een nieuwe groep moeten zich een nieuwe cultuur eigen maken;
  • Die cultuur wordt door de medewerkers samen in hun onderlinge interactie gevormd;
  • De organisatiecultuur in een nieuwe groep is de uitkomst van een groepsproces en kan dus gemakkelijk leiden tot een organisatiecultuur die het management niet voor ogen had;
  • Een cultuur veranderen door het management is dus een onbegonnen opgave.

 Ook Kahneman, Sibony & Sunstein geven in “Noise” aan hoe sterk dit effect is.

Information is not, of course, the only reason that group members are influenced by one another. Social pressures also matter. At a company or in government, people might silence themselves so as not to appear uncongenial, truculent, obtuse, or stupid. They want to be team players. That is why they follow the views and actions of others. People think that they know what is right or probably right, but they nonetheless go along with the apparent consensus of the group, or the views of early speakers, to stay in the group’s good graces.

En als je de hiërarchie loslaat?

  • Een echt zelfsturend team vormt via het groepsproces haar eigen organisatiecultuur;
  • Door de kracht van ‘peer pressure’ wordt gedrag door de groep gestuurd en gevormd in de gewenste richting;
  • Als er een andere cultuur nodig is doordat de omgeving daarom vraagt, dan zullen collega’s dat aanvoelen;
  • Door het effect van ‘peer pressure’ zal de cultuur veranderen en daarmee als vanzelf de richting van de gewenste cultuur vinden.

Klinkt dit te optimistisch? Ik meen van niet.

 

 

The Tipping Point” bij bol.com (EN) (NL)

Noise. A Flaw in Human Judgment” bij bol.com