Niccolò Machiavelli

 Ik geloof ook dat hij die zijn handelwijze weet aan te passen aan de tijdsomstandigheden, voorspoedig regeert, en dat omgekeerd degene die zijn optreden niet met de tijd in overeenstemming weet te brengen, niet voorspoedig regeert.
Niccolò Machiavelli

 In zesentwintig hoofdstukken voert Machiavelli ons in “Il Principe” of “de heerser” langs alle in’s en out’s van het heersen in zijn tijd van leven. Die tijd van leven is het begin van de Renaissance. De tijd waarin het goddelijke haar plaats moest inruimen voor het menselijke. De mens kwam centraal te staan in denken en handelen. “Il Principe” is daar een exponent van. Zoals altijd, moet je een werk in zijn tijd en omgeving plaatsen om tot enig begrip te komen.

We behandelen daarom eerst Machiavelli’s plaats en tijd van leven. Daarna wordt de inhoud van het boek uiteengezet. We beschouwen daarbij een aantal karakteristieke elementen uit het boek en spiegelen Machiavelli's denkbeelden aan onze eigen tijd. Vervolgens kijken we naar de relevantie van het boek voor ons. Dit vooral door aandacht te besteden aan het amorele perspectief van Machiavelli en aan diens kijk op eigenbelang. We besluiten met enkele conclusies.

Tijd van leven, de vroege Renaissance

Machiavelli leefde van 1469 tot 1527. “Il Principe” is geschreven in 1513.

Italië was nog geen eenheidsstaat zoals andere gebieden in Europa dat toen al wel waren. Het Appenijns schiereiland bestond uit meerdere kleine gebieden met eigen machthebbers. Het gebied was vaak het schouwtoneel waar Duitsland, Frankrijk en Spanje hun conflicten uitgevochten.
Het Florence van Machiavelli was rijk en probeerde in conflicten neutraal te blijven. Vaak moest het haar vrijheid afkopen. Machiavelli begreep dat deze situatie niet lang kon worden gehandhaafd. De rijkdom was niet onuitputtelijk. Geld kon de stad niet eeuwig redden. Machiavelli wilde een leger, dat niet bestond uit huursoldaten, maar dat werd gevormd uit burgers die de republiek trouw zouden zijn. Machiavelli was er van overtuigd dat alleen een sterke staat haar burgers kon beschermen, met name tegen de oorlogvoerende partijen van die tijd. Hij heeft daar in zijn leven zijn bijdragen aan geleverd. Hij heeft gedurende langere tijd posities in het bestuur bekleed en is betrokken geweest bij het opzetten van een eigen leger dat, zoals hij het voorstond, bestond uit Florentijnen[i].

Vanaf de 11e eeuw ontstonden overal gebieden waar een heerser de macht had. Met de macht hebben wordt bedoeld dat zo’n heerser een geweldsmonopolie bezat. Later ontwikkelden deze monopolies zich tot monopolies die niet meer door een heerser, maar door een groep werden beheerst[ii]. Daarmee ontstonden de staten zoals wij die nu kennen. Italië was in Machiavelli’s tijd nog geen eenheidsstaat, terwijl Duitsland, Frankrijk en Spanje dat al wel waren. Italië liep in die ontwikkeling achter.

In Machiavelli’s denken zijn heerser en staat nog vrijwel één. Je zou op basis hiervan kunnen betogen dat Machiavelli enigszins achter de feiten aanliep. Zijn boek is geschreven voor een situatie waarin de heerser de macht had en waar een sterke heerser gelijk stond aan een sterke staat. Overal was al een ontwikkeling gaande naar grotere eenheden en naar eenheden die door groepen werden beheerst. Vanuit dit perspectief had het boek in Machiavelli’s tijd al een zeer beperkte toekomstwaarde. In onze huidige wereld waar de maatschappij wordt beheerst door breed maatschappelijk gedragen configuraties, de democratieën zoals wij die kennen, is de situatie al weer zo anders dat de relevantie van het boek voor ons bevraagd kan worden. Dat gaan we dan ook doen.

Het boek, “de heerser”

Het boek “de heerser” is moeilijk samen te vatten. Het bestaat uit reeksen observaties en redeneringen rond bepaalde onderwerpen. Een systematische opbouw en betooglijn ontbreken. Om toch een beeld te geven van het boek volgt hierna een (vrij lange) opsomming van onderwerpen die in het boek aan de orde komen:

  • Soorten alleenheerschappij;
  • Heerschappijvormen;
  • Het rijk van Darius dat na de dood van Alexander de Grote niet in opstand kwam;
  • Het besturen van veroverde gebieden;
  • Zelf veroverde of via anderen verworven machtsposities;
  • Aan de macht komen door misdaden;
  • De hoogste macht die te danken is aan de medeburgers;
  • Beoordeling van machtsposities;
  • Kerkelijke machtsposities;
  • Verschillende soorten legers;
  • Huursoldaten;
  • Hulptroepen;
  • Gemengde troepen;
  • Eigen troepen;
  • De heerser en oorlogvoering;
  • Het prijzen en bekritiseren van machthebbers;
  • Vrijgevigheid;
  • Gierigheid;
  • Wreedheid;
  • Barmhartigheid;
  • Het bemind of bevreesd worden;
  • Het aan hun woord houden van machthebbers;
  • Het vermijden van verachting en haat;
  • Vestingwerken;
  • In aanzien staan;
  • Vertrouwenspersonen;
  • Vleiers;
  • Het verlies van machtsgebied door heersers in Italië;
  • De macht van het lot in het menselijk bestaan;
  • Een aansporing om Italië in bezit te nemen en uit handen van de barbaren te bevrijden.

Een breed scala aan onderwerpen. Ieder onderwerp wordt bekeken vanuit het perspectief van de heerser. Wat moet hij wel of juist niet doen en waar moet hij voor oppassen. De verhandelingen zijn niet vanuit een traditionele moraal over goed of kwaad geschreven. Aan het hele boek ligt nutsdenken ten grondslag. Wat is nuttig? Hoe kan de heerser zijn positie verstevigen en behouden?

Machiavelli is idealistisch, realistisch, naturalistisch en pessimistisch. Hij streeft een hoger doel na dat het eigenbelang van individuen overstijgt. Hij observeert de werkelijkheid, redeneert niet op basis van gefingeerde beelden van die werkelijkheid en gaat er vanuit dat de mens onveranderlijk is en een natuurlijke neiging heeft naar het kwade. Veel ruimte voor nuance kent Machiavelli niet. Hij is geen man van compromissen, zijn redeneringen zijn zwart-wit (en spreken elkaar daardoor soms ook tegen). Hij is helder, gemakkelijk te begrijpen, maar hij heeft nauwelijks oog voor de complexiteit die de werkelijkheid nu eenmaal eigen is.

Machiavelli is de mening toegedaan dat Italië een sterke staat moet worden. Hij ziet alleen kans op een stabiele eenheid als die staat wordt geleid door een sterke heerser. De heerser moet chaos en ontwrichting bestrijden. Het boek “Il Principe” staat volledig in dienst van de heerser. Het boek leert de heerser hoe hij moet handelen om zijn sterke positie te borgen. Daarbij zijn de adviezen van Machiavelli niet zachtzinnig. De staat gaat in zijn visie nu eenmaal boven het individu.

In zijn eigen woorden vervalt Italië zonder leider, zonder orde, geslagen, geplunderd, verscheurd, onder de voet gelopen en ten prooi aan alle mogelijke vormen van destructie. In zijn tijd wellicht helemaal niet zo’n vreemde veronderstelling.

Fijnzinnigheid taboe

Machiavelli laat zijn adviezen niet vertroebelen door fijnzinnigheid.

In verband hiermee moet opgemerkt worden dat men de mensen óf moet strelen óf moet uitroeien. Want iemand die licht wordt aangepakt, wreekt zich, terwijl iemand die zwaar geweld wordt aangedaan zich niet meer kan wreken.[iii]

Om te overleven moet een heerser “niet goed” leren zijn.

Maar aangezien het mijn bedoeling is iets te schrijven dat nuttig is voor wie het begrijpt, vind ik het beter om me te houden aan de feitelijke werkelijkheid van de dingen dan aan de gefingeerde voorstelling ervan. Velen hebben zich namelijk staten en machtsposities voorgesteld die men in werkelijkheid nooit gezien of gekend heeft. Want er is zó’n verschil tussen hoe men leeft en hoe men zou moeten leven dat iemand, die wat men doet verwaarloost voor wat men zou moeten doen, eerder zijn ondergang dan zijn redding tegemoet gaat. Want een man die zich altijd en overal goed betoont, gaat noodzakelijk te gronde te midden van zovelen die niet goed zijn. Daarom moet een heerser, wanneer hij zich wil handhaven, leren om niet goed te zijn. En dit vermogen dient hij wél of niét in praktijk te brengen al naargelang de omstandigheden hem daartoe dwingen.

De eenzaamheid van de heerser

Hoe anderen over hem denken is voor de heerser niet van belang.

En hij moet er zich ook niets van aantrekken dat hij eventueel een slechte naam krijgt door dié ondeugden zonder welke hij zijn macht nu eenmaal moeilijk kan handhaven.

Het inzicht van Machiavelli is groot. De heerser hoeft er niet op te rekenen geliefd te zijn.

… een natuurlijke moeilijkheid, die in alle nieuwe machtsgebieden aanwezig is en hierin bestaat dat de mensen graag van heerser verwisselen omdat ze geloven dat ze het dan beter krijgen.

Een nieuwe heerser moet er op rekenen dat hij het altijd moeilijk krijgt[iv].

Machiavelli is er van doordrongen dat een heerser geïsoleerd leeft, dat hij soms de waarheid die ieder ander in zijn omgeving kent niet meer hoort. Domweg omdat niemand het hem durft te zeggen of omdat niemand hem wil mishagen.

Het gaat hiermee net als met de tering: de dokters zeggen dat deze ziekte in het begin gemakkelijk te genezen en moeilijk te constateren valt, maar dat ze na verloop van tijd, wanneer men haar niet meteen in de beginfase onderkend en behandeld heeft, gemakkelijk te constateren valt en moeilijk te genezen is.

Doordat zaken sluipenderwijs een verkeerde wending nemen ontglippen ze vaak aan het waarnemingsvermogen van de direct betrokkenen. Het is dus zaak de langzame verandering eerder waar te nemen en het uiteindelijke resultaat ervan eerder in te zien[v][v].

Iemand die macht heeft, moet zich er dan ook niets van aantrekken dat hij zich het odium van wreedheid op de hals haalt, als hij op die manier de eenheid en de trouw van zijn onderdanen kan behouden. Want door een paar duidelijke voorbeelden te stellen zal hij meer barmhartig zijn dan zij die door een teveel aan barmhartigheid chaotische toestanden laten voortbestaan die doodslag en plundering ten gevolge hebben. De laatsten immers doen meestal een volksgemeenschap in haar geheel schade, terwijl de harde maatregelen van de heerser alleen maar afzonderlijke individuen treffen.

Hardheid

Het vasthouden aan een visie en het afdwingen daarvan vergen soms hardheid.

Het met zwakte verspreiden van een visie kan volstrekt onjuist zijn. Soms is het nodig hard in te grijpen. Op die momenten moet het individu er soms aan geloven. De visie van Machiavelli kan kort worden samengevat: dat wat de leider doet om zijn positie en daarmee die van de staat te behouden is “juist”.

Machiavelli zet vraagtekens bij de bestendigheid van trouw op basis van liefde. Hij opteert liever voor de betrouwbaarheid van angst.

Want liefde wordt in stand gehouden door bepaalde zedelijke verplichtingen die – omdat de mensen nu eenmaal slecht zijn – telkens wanneer er eigenbelang in het spel is, verbroken worden. Maar vrees berust op een zekere angst voor straf, en die verdwijnt nooit.

En dit is nou precies wat de moderne westerse mens niet meer accepteert van haar leiders. Angst voor straf, moet hier namelijk uitgelegd worden als angst voor de (willekeurige) straf door de machthebber. Dit wordt tegenwoordig van geen enkele leider meer geaccepteerd. Dit geldt voor veel denkbeelden van Machiavelli. We komen hier nog op terug.

Amoreel niet immoreel

Machiavelli neemt slechts één ethisch standpunt in. Dat is waar hij het zuiver eigenbelang veroordeelt. Daden gericht op het belang van de staat vindt hij daarentegen altijd gerechtvaardigd. Het beeld van Machiavelli dat in latere eeuwen is geschapen is dus niet geheel terecht. Machiavelli is niet immoreel, zoals het huidige gebruik van het woord Machiavellistisch doet vermoeden, maar amoreel.

Machiavelli en chimpanseepolitiek

Machiavelli leefde in een tijd waarin heersers rivaliseerden met andere heersers. Tegelijkertijd was het, zeker in Florence, nog zaak intern orde op zaken te stellen. In die tijd ontbraken de verfijnde mechanismen van machtstoedeling en controle die we nu kennen. Een heerser moest heersen!
Tamelijk primitief. Tijd voor een uitstapje naar een andere primitieve maatschappij. Die van de apen.

In zijn boek “Chimpanseepolitiek” beschrijft Frans de Waal de onderlinge omgang van apen in de chimpanseekolonie van Burger’s Dierenpark. Het volgende citaat werpt licht op het verschil tussen een primitieve maatschappijvorm en van meer ontwikkelde samenlevingsvormen.

In de slotfase is de behoefte van de verliezer aan contact zo groot dat de winnaar hem kan chanteren![vi]

Iedereen heeft behoefte aan contact. In een besloten groep moet de verslagene weer maatjes zien te worden met de winnaar. In een open samenleving geldt dit in veel mindere mate, ieder individu maakt deel uit van vele groepen en heeft een keuze tot uittreden. In een open samenleving is dit de macht van de zwakkere. De sterkere kan zelfs helemaal alleen komen te staan als iedereen is uitgetreden uit zijn groep. Dominantie door fysieke of verbale kracht is niet langer een garantie voor het handhaven van de macht.

Bij Machiavelli draait alles om positie. Zijn denkbeelden zijn ontstaan in de tijd van de stadsstaten. Het doel van de heerser was rauwe overleving, behoud van (zijn) welvaart en (zelf)verrijking.

Machiavelli gaat uit van het principe dat de omgeving ten onder gaat met de heerser.
In de huidige tijd is dit niet meer goed denkbaar. In maatschappelijk bestuurlijk verband werkt de democratie corrigerend. Binnen bedrijven vormen raden van bestuur, commissarissen, medezeggenschapsorganen en accountants een belangrijke controlerende macht[vii].

Machiavelli beseft wel dat er sprake is van enige vorm van afhankelijkheid tussen de heerser en diens onderdanen.

Terugkomend op de kwestie van het gevreesd en bemind worden concludeer ik het volgende: aangezien de mensen beminnen voor zover ze dat zelf willen, en vrezen voor zover de heerser dat wil, moet een wijs en verstandig heerser zich baseren op wat van hemzelf en niet op wat van anderen afhankelijk is. Alleen moet hij, zoals gezegd, alle mogelijke moeite doen om de haat van zijn onderdanen te ontlopen.

Er is sprake van wederzijdse erkenning. De onderdanen willen graag de erkenning van de leider verwerven. Dat geeft hem macht. Hij kan ver gaan voor de weerstand zo groot is dat het de onderdanen opstandig maakt. Opstandige onderdanen gaan een grens over. Zij erkennen niet langer de heerschappij van de leider. De leider moet dus oppassen dat hij de erkenning die hij heeft niet verspeeld. Dit fenomeen legt beperkingen op aan zijn handelen.

Afhankelijke heersers

De heerser streefde ongegeneerd naar het bestendigen en uitbreiden van zijn macht ten faveure van zichzelf en de staat. In moderne staten is dit ondenkbaar. Hoe zit dat in het bedrijfsleven?

Een enkel familiebedrijf kenmerkt zich wellicht nog door de aanwezigheid van een sterke alleenheerser. In andere bedrijven komt dit steeds minder voor. De manager staat voor de belangen van de aandeelhouders, de bestuurders en anderen, hij opereert ten dienste van het resultaat. Het draait niet om hem! Zelfs al gedragen velen zich hier niet naar!

Dit geldt ook voor politici.

De positie van Machiavelli is in de huidige context dus minder relevant. Dat geldt voor meer van zijn ideeën. Ook het volgende citaat is typerend voor Machiavelli.

Want de enige manier om je tegen vleierij te wapenen, is te zorgen dat de mensen in de gaten hebben dat ze je niet voor het hoofd stoten als ze je de waarheid zeggen. Maar wanneer iemand je de waarheid kan zeggen, brengt men geen respect meer voor je op.

Hij vervolgt:

Daarom moet een verstandig heerser een tussenweg bewandelen door wijze mannen in zijn regering te kiezen en alleen hun de vrijheid te geven om hem de waarheid te zeggen. En dan enkel en alleen met betrekking tot dat wat hij hen vraagt en niet met betrekking tot andere zaken. Hij moet echter hun advies inwinnen over alle kwesties die zich voordoen en naar hun mening luisteren, om daarna zelfstandig en naar eigen inzicht tot een beslissing te komen.

Wat Machiavelli hier stelt past bij een alleenheerser. Een dergelijke alleenheerschappij is in onze huidige samenleving vrijwel ondenkbaar[viii].

Het leiderschap van oude heersers vormt in onze tijd een slecht bruikbaar voorbeeld. De context waarbinnen zij opereerden verschilt immers enorm van de context van onze contemporaine organisaties.

De Waal observeert bij “zijn” chimpansees dat leiders een bepaalde afhankelijkheid hebben ten opzichte van de (zwakke) vrouwtjesdieren.

“..., want als het voor een man belangrijk is dat hij populair is bij de vrouwen om een stabiel leiderschap te kunnen handhaven, dan kan hij zich beter inschikkelijk en meegaand jegens hen opstellen[ix].

In eigentijdse bedrijfssituaties is deze afhankelijkheid van de leider van toepassing op de verhouding tussen de leider en (alle) medewerkers. De machthebber is immers voor zijn positie afhankelijk van het werk en de goede wil van zijn medewerkers. Omdat hij niet meer kan “heersen” moet hij sterk op de wil van de medewerkers acteren.

Contemporain Machiavellisme

Wanneer wij tegenwoordig iemand een Machiavellist noemen,  bedoelen we dat hij meedogenloos en zonder scrupules zijn doel nastreeft. Machiavellistisch heeft daarbij een zeer negatieve, immorele bijbetekenis. Dit strookt zoals hiervoor al viel te lezen niet met de denkwereld van Machiavelli. Bij hem stond immers een hoger doel boven alles. Een dergelijke houding is in principe idealistisch. Het was geen egoïstische doelstelling. En zeker geen doel dat gericht was op zoiets als “het kwade”. Machiavelli hield van zijn vaderland en streefde een sterke staat met sterke heersers na om te zorgen dat de chaos geen kans kreeg, dat chaos werd bestreden en dat eenheid en vrede geborgd werden.

Hij ging daarbij ver in zijn adviezen, dat wel.

Machiavellisten, in de betekenis die de volksmond daaraan geeft, kom je in onze tijd zeker tegen. De huidige Machiavellist is vooral op eigenbelang uit. Het belang van organisaties wordt tegenwoordig immers nauwelijks nog gediend met het behoud en de versterking van de macht van haar leider(s). De Machiavellist uit de volksmond is een ander dan de heerser zoals Machiavelli die graag zag.

Hogere doelen

Machiavelli’s onderliggende moraal is er één van “zij” en “wij”. Onze algemene ontwikkelingsgang is er één die gaat naar een hoger “wij”. We gaan van een algemeen gedeelde onderlinge verhouding van elkaar vernietigen, naar eentje van “leven en laten leven”. Het klinkt wellicht wat idealistisch[x], maar er is een ontwikkeling gaande van win-verlies, naar: win-win.

Democratie is het in toom houden van individuele macht en van de willekeur die daarbij hoort.
De vraag kan worden gesteld of ook bedrijven zich ontwikkelen naar een hoger “wij”? Er zijn tekenen die daarop wijzen. De aandacht voor corporate governance, ethiek en duurzaamheid suggereren dat wel. Toch gedragen bedrijven zich anders dan bijvoorbeeld overheden.

Dit werpt de vraag op of bedrijven kunstmatig van de ontwikkeling naar hogere stadia worden afgehouden? Dat is zeker het geval. De natuurlijke ontwikkeling naar een hoger “wij” wordt namelijk sterk beperkt vanwege ons geloof in concurrentie als economisch optimaliserend fenomeen. Dit leidt ertoe dat bedrijven afzonderlijke “staten” blijven, die vooral (of alleen) staan voor hun eigen groei en hun eigen overleven. Er zijn meer parallellen te trekken tussen managers van bedrijven en Machiavelli’s heerser.

Voor de huidige heerser, de topmanager, geldt dat ook hij niet altijd “goed” kan zijn. Ook hij kan er niet altijd op rekenen geliefd te zijn bij zijn medewerkers. Maar het hanteren van de botte bijl naar Machiavelli’s ideeën werkt echt niet meer.

In het poldermodel[xi] overleggen werkgevers en werknemers met elkaar in plaats van elkaar altijd en bij voorbaat te bestrijden. De belangen zijn immers niet volledig tegenstrijdig. De medewerkers hebben er alle belang bij dat de werkgever het goed doet.
Aan de andere kant hebben bedrijven er baat bij dat medewerkers voor het bedrijf behouden blijven. De binding van werknemers met bedrijven is tegenwoordig tamelijk zwak. Een bedrijf moet daarom actief aan die binding werken. Een bedrijf moet meer bieden dan alleen maar werk. Er moet iets meer zijn, iets van waarde.
Amoreel Machiavellistisch gedrag leidt tot het tegenovergestelde. Machiavellistisch gedrag leidt tot vervreemding van medewerkers tegenover hun bedrijf en is dus contraproductief.

Het amoreel perspectief en managementgoeroes

Want het is in het leven nu eenmaal zo, dat men er nooit in slaagt een moeilijkheid te ontlopen zonder een andere tegen te komen. Intelligent optreden bestaat echter hierin, dat men in staat is de aard van de moeilijkheden te doorzien en de minst beroerde oplossing te kiezen als de beste.

Machiavelli is amoreel. Eigenlijk net zoals alle moderne ondernemingen dat in strikte zin zijn. De onderneming is er en is in een bepaald marktsegment actief. Dat is de situatie. Het doel van de onderneming is te overleven en liefst te groeien, ook en vooral ten koste van haar rivalen.

Managementgoeroes geven doorgaans alleen adviezen die gericht zijn op het beter presteren van ondernemingen. De aard en geleverde producten van de onderneming worden daarbij volledig buiten beschouwing gelaten. Ethische reflectie ontbreekt. Het doel staat voorop. Alle adviezen zijn erop gericht betere (financiële) resultaten te behalen. Met deze op nut gerichte houding scharen de managementgoeroes zich in de amorele traditie van Machiavelli.

Machiavelli’s denken is in de huidige maatschappelijke context achterhaald. De samenleving heeft zich verder ontwikkeld dan in Machiavelli’s tijd. De moderne mens accepteert geen maatschappij meer waarin de macht volledig bij één heerser ligt. Knechting is passé. Tegelijkertijd kunnen we niet anders dan constateren dat ondernemingen zich nog steeds bevinden in een stadium waarin weinigen het voor het zeggen hebben. “De burger” heeft meer macht in de maatschappij dan “de werknemer” in zijn organisatie. Dit levert een merkwaardige maatschappelijke schizofrenie op. Samenlevingen ontwikkelen zich naar een hoger “wij”. In maatschappijen beheersen morele gedachten de vorming en handhaving van wetten. In bedrijven daarentegen beheersen amorele doelstellingen het handelen. Bedrijven tonen weliswaar een toenemend maatschappelijk bewustzijn en een zekere mate van maatschappelijke verantwoordelijkheid, maar het gaat niet van harte. De wetten van de economie staan soms haaks op morele keuzes. Bedrijven hebben de natuurlijke neiging aan die economische wetten toe te geven.
Het morele karakter van bedrijven is er wel, maar bestaat bij de gratie van de driftbeheersing. Echt amoreel gedrag van bedrijven kan tot acties tegen het bedrijf leiden. Dat hebben diverse bedrijven aan den lijve ondervonden. Omdat die acties, ongeacht of ze van eigen medewerkers of van externe belangengroeperingen komen, de bedrijfsdoelstellingen schaden hoedt het bedrijf ervoor te ver te gaan. Ook de moreel ingegeven wet- en regelgeving die een maatschappij oplegt aan bedrijven werkt remmend op immoreel gedrag. Toch blijven bedrijven in hun aard primair amoreel.

Bedrijven gedragen zich amoreel, managementgoeroes geven amorele adviezen. Machiavelli gaf als eerste amorele adviezen die gericht waren op de sturing van een organisatie.
Ergo: Machiavelli was de eerste managementgoeroe!

Eigenbelang en Machiavelli

Op één punt treedt een opvallend verschil op tussen Machiavelli’s ideeën en de huidige managementcultuur. Machiavelli neemt, zoals gezegd, op slechts één punt een moreel standpunt in. Dat betreft zijn oordeel dat de heerser zijn eigenbelang opzij moet zetten. Hij bedoelde daarmee die eigenbelangen die niet in overeenstemming zijn met de belangen van de staat. Hij besefte dat heersers gemakkelijk in de verleiding komen om vanuit hun positie ongegeneerd de eigen belangen na te streven. Hij wees dit ten zeerste af omdat daarmee de belangen van de staat in het geding konden komen[xii].
In organisaties wordt tegenwoordig met prestatiebeloningen (overigens vooral voor topmanagers) gewerkt. De beloningen worden gekoppeld aan het behalen van vooraf gestelde doelen. De achterliggende gedachte is dat de betreffende managers daarmee een groot (persoonlijk) belang krijgen bij het behalen van de bedrijfsdoelstellingen. Het treurige is dat dit tot zeer ongewenste effecten leidt. Immers de contemporaine wereld kenmerkt zich door een hoge mate van turbulentie. Organisaties moeten daar continue op inspelen. Een doelstelling die vandaag gesteld is, kan morgen achterhaald zijn. Het koppelen van beloningen aan het behalen van doelstellingen leidt ertoe dat de betreffende managers er alles aan doen om dat doel te behalen. Daar worden ze nog voor beloond ook. Zelfs als dat nastreven van een doelstelling intussen zeer onverstandig is geworden. Het koppelen van eigenbelang aan organisatiedoelstellingen leidt er dus vooral toe dat managers oogkleppen opzetten en de omgeving en de hogere bedrijfsbelangen uit het oog verliezen.
Machiavelli zag al dat het nastreven van eigenbelang door de heerser schadelijk kon zijn voor de staat. In contemporaine organisaties wordt gestreefd naar het koppelen van eigenbelang aan het organisatiebelang. Omdat die belangen in een turbulente omgeving nooit adequaat voor langere tijd te koppelen zijn gaat dit vrijwel altijd ten kosten van het bedrijfsbelang! Het nastreven van eigenbelang door de heerser of manager blijft dus nadelig voor de organisatie. Dat gold in Machiavelli’s tijd en dat geldt nu nog steeds.

Slot

Concluderend kunnen we stellen dat de maatschappij zich zodanig heeft ontwikkeld dat Machiavellistisch handelen niet meer zal worden geaccepteerd. Bedrijven echter bevinden zich fundamenteel gezien nog altijd in het stadium waarin ook de stadsstaten uit Machiavelli’s tijd zich bevonden. De gedachten en aanbevelingen van Machiavelli zouden nog volop van belang zijn, ware het niet dat de maatschappij waarin de bedrijven zich bewegen anders georiënteerd is. Daardoor kan amoreel gedrag leiden tot negatieve resultaten voor het bedrijf. Verder geldt dat de maatschappij via wet- en regelgeving amoreel gedrag indamt. Al met al kan geen bedrijf of organisatie het zich meer permitteren zich te gedragen als de staten uit Machiavelli’s tijd. Voor de leiders van organisaties in onze tijd geldt nog sterker dat zij zich niet meer kunnen gedragen volgens de regels van Machiavelli. Immers de individuele manager wordt ook binnen zijn bedrijf dusdanig gecontroleerd dat hij zich vrijwel niet meer (gedurende langere tijd) kan manifesteren als heerser.

Sommigen beweren wel eens dat Machiavelli’s “Heerser” nog niets aan waarde heeft ingeboet. Een dergelijke stellingname berust op zwak denkwerk. Natuurlijk, ook een denker als Machiavelli poneert denkbeelden waar wij nog altijd iets mee kunnen. Natuurlijk, Machiavelli heeft heel pregnante observaties geleverd over de drijfveren van menselijk handelen. Dat is allemaal waar. Maar “Il Principe” is bedoeld als een reeks aanbevelingen, waarmee de positie van de staat en van de heerser, zonder hinder van morele scrupules, kan worden versterkt en bestendigd. Voor dat doel zijn de ideeën uit “De Heerser” in onze tijd voor het overgrote deel onbruikbaar. De kracht van de heerser is niet zaligmakend voor de staat of het bedrijf. En mocht dat wel zo zijn dan zullen op al te amoreel handelen corrigerende acties volgen jegens de heerser. De huidige bestuurders en managers die zich laten leiden door Machiavelli’s principes delven onherroepelijk vroeger of later hun eigen graf.

Zoals Machiavelli in het openingscitaat van dit artikel stelt, geldt nog altijd dat hij die zijn handelwijze weet aan te passen aan de tijdsomstandigheden, voorspoedig regeert!

Bergschenhoek, 19 juni 2005

 

Elias, Norbert, Het civilisatieproces

Norbert Elias, Het civilisatieprocesDit boek op Managementboek.nl en op bol.com

 

Machiavelli, N., Il Principe

Machiavelli, Il Principe (De heerser)Dit boek op Managementboek.nl en op bol.com

 

De Waal, Chimpanseepolitiek

Frans de Waal, Chimpanseepolitiek



[i] Bronnen: http://nl.wikipedia.org/wiki/Machiavelli en de inleiding van Frans van Dooren in Machiavelli, N., De heerser, Athaneum – Polak & Van Gennip, 2000

[ii] Bron: Elias, Norbert, Het civilisatieproces, Uitgeverij Het Spectrum, 1982. Lees ook: Markensteijn, P.H., ‘Organisaties en hun ontwikkelingsstadium vergeleken met de civilisatietheorie van Norbert Elias’, www.markensteijn.com/civilisatie.htm

[iii] Alle volgende citaten zijn van Machiavelli tenzij anders vermeld. Bron citaten: Machiavelli, N., De heerser, Athaneum – Polak & Van Gennip, 2000

[iv] Komt er een andere leider, dan verwachten de mensen het beter te krijgen.
VN-interventies hebben vaak weinig blijvend effect. Het gevolg is vaak een langdurige instabiliteit door te hoge verwachtingen bij de bevolking over de nieuwe leiders.

Is de oude leider weg en komt er een ander uit de hiërarchie naar boven, dan is dit een gekloonde leider, en verandert er niets.
Verandering vraagt een buitenstaander. Iemand van buiten de cultuur. Die moet dan wel heel sterk zijn, vanuit een grote kracht opereren en sterke leiderschapseigenschappen bezitten.

[v] Iedere leider moet beschikken over een early warning system. Illustratief is het verhaal van de kikkers. Zitten kikkers in water dat langzaam opgewarmd wordt dan springen ze er niet uit, maar laten ze zich uiteindelijk levend koken. Worden kikkers echter gelijk in kokend water gegooid, dan springen ze er onmiddellijk vanzelf uit.
Het effect van de langzame opwarming zou dus moeten worden versterkt zodat de waarschuwing die er van uitgaat eerder wordt waargenomen. Dan heb je een echt early warning system. In organisaties zou je moeten onderzoeken welke kleine veranderingen voorboden zijn van grote veranderingen. Vervolgens zou je die kleine veranderingen goed in de gaten moeten houden.
Maar ja: gemakkelijker gezegd dan gedaan!

[vi] Waal, F. de, Chimpanseepolitiek, Uitgeverij Contact, 1999

[vii] Binnen ambtelijke apparaten ontbreken dergelijke correctiemechanismen overigens.

[viii] Uitwassen daargelaten. Soms faalt alle controle volledig.

[ix] Waal, F. de, Chimpanseepolitiek, Uitgeverij Contact, 1999

[x] Zeker nu één van de uitingsvormen van deze ontwikkeling, de Europese Unie, zich in een diepe crisis lijkt te bevinden.

[xi] Populisten willen ons doen geloven dat het poldermodel passé is en geen positieve effecten kent. In mijn ogen een overtrokken en onjuist idee.

[xii] In die zin is het dus eigenlijk weer een amoreel idee, hij hanteerde dit idee immers niet vanuit een moreel perspectief, maar vanuit zijn beoordeling hierover op het nut voor de staat.