Er was een tijd waarin nog niet iedereen min of meer gelijke kansen had. Als je ouders arbeider waren (of minstens je vader, want de moeders waren doorgaans huisvrouw) dan ging je naar de LTS waar je opgeleid werd voor vakwerk. De meisjes gingen naar de huishoudschool, zij zouden immers huisvrouw worden.

Aan de andere kant: had jouw vader een bedrijf, dan ging jij ook dat bedrijf in. En je kreeg een leidinggevende positie. Dit ongeacht of je daar de capaciteiten voor had.

Dit leidde ertoe dat mensen vakman werden die ook hele andere dingen hadden gekund en tot bazen die eigenlijk niet geschikt waren voor hun functie.

Dus: vroeger waren veel vakmensen intelligenter dan nodig was voor hun functie terwijl de bazen niet per se erg intelligent hoefden te zijn. Een gevolg hiervan was dat de “domme” bazen niet capabel waren om hun intelligentere medewerkers te overtuigen. Maar een baas is wel iemand die wil dat zijn medewerkers doen wat hij zegt. Medewerkers moesten doen wat de baas zei. En daarbij had een strakke hiërarchie een functie. De hiërarchie bepaalde wie moest doen van welk ander die iets zei.

Of dat slim en wenselijk was, dat is een tweede. Maar, daar gaat mijn punt hier niet over.

Waar ik het verder over wil hebben is dat die hiërarchieën nog immer voortbestaan, terwijl ze op basis van het voorgaande beeld in samenhang met verkeerde redenen zijn ontstaan.

Intussen krijgen mensen veel meer gelijke kansen. Het opleidingsniveau in Nederland is dan ook veel hoger dan een eeuw geleden. Een gevolg is dan ook dat er veel meer kennisintensieve organisaties actief zijn. Organisaties met medewerkers die inhoudelijk ingewikkeld werk doen. Organisatie waar medewerkers over een behoorlijke intelligentie beschikken.

Aan de andere kant zijn in de meeste organisaties niet meer mensen baas vanwege het huis waarin hun wieg stond, maar op basis van kennis en ervaring. Mensen die als het goed is in staat zijn om hun medewerkers te overtuigen als er iets anders moet gebeuren. Maar, ook mensen die in staat zouden moeten zijn om te beseffen dat zij het verschil niet meer maken, dat een team dat verschil ook zonder hen zou moeten kunnen maken. Kortom, intelligentere managers zouden er logischerwijze voor moeten kiezen om hun medewerkers veel meer inbreng te geven, hen minder te managen.

En daar wil ik het bij laten. Zoals lezers van dit blog wel zullen weten, ik ben een voorstander van zelfsturing. En ja, de voorgaande beschouwing leidt ook in die richting.

Zeker!