Van medewerkers en leiders wordt vaak verwacht dat ze empathisch zijn of empathischer worden. Daar is niets mis mee zou je zo zeggen. Ik heb dat ook lang gedacht. En ik ben nog steeds van mening dat enige empathie positief werkt op het omgaan van mensen met elkaar. Maar, er zijn grenzen. Lezing van “De meeste mensen deugen” van Rutger Bregman zette me hierover aan het denken.

Hierna enkele noties die Bregman naar voren brengt.

Bregman haalt in zijn boek onderzoek aan van Bloom. Die laatste noemt empathie een hopeloos beperkte emotie. Empathie voelen we voor mensen en dieren waar we ons mee verbonden voelen. Of voor mensen die ergens slachtoffer van zijn. Veel empathie met slachtoffers leidt ertoe dat we de veroorzaker van het toegebrachte leed sterker veroordelen. En dat kan vergeving in de weg staan. En het leidt er ook toe dat we diegenen die verder van ons af staan al gauw minder empathisch benaderen. We leven ons niet in hen in. En zien hen al snel als anders, als minder sympathiek of zelfs als eng of gevaarlijk.

Een mechanisme dat ons “de aardigste én de wreedste soort op de planeet heeft gemaakt. Het is een ongemakkelijke waarheid: empathie en xenofobie zijn twee kanten van dezelfde medaille.”

Empathie kan ons ook opbranden. Teveel empathie leidt tot zoveel inleving dat we de pijn en ellende van slachtoffers zelf beleven. Bregman haalt hierbij onderzoek van Tania Singer aan. Matthieu Ricard wordt door haar in de hersenscanner gelegd.

Matthieu Ricard had de avond ervoor op verzoek van Singer een documentaire gekeken over eenzame weeskinderen in een Roemeens tehuis. Toen zijn brein de volgende dag in de scanner werd geschoven, vroeg Singer hem om terug te denken aan die lede ogen. Die magere lijfjes. Zo intens mogelijk probeerde Ricard zich voor te stellen hoe de Roemeense kinderen zich voelden.
Na een uur was hij opgebrand.
Want dat is wat empathie met mensen doet. Het is doodvermoeiend. Voor een latere studie vroeg Singer een groep proefpersonen om een week lang iedere dag een kwartier hun ogen te sluiten en zo veel mogelijk empathie te ervaren. Veel langer hadden ze het niet volgehouden. De deelnemers stonden aan het einde van de week stuk voor stuk somberder in het leven. Een vrouw zei dat ze nog maar één ding zag wanneer ze om zich heen keek in de trein. Leed
.”

Bij een volgende proef van Singer was de opdracht die Ricard vervulde dat hij niet mét de kinderen dacht, maar voor hen. Zijn gedachten waren vol zorg en liefde. Hij toonde compassie. En? Wel, compassie, dat kost geen energie. Ricard voelde zich een stuk beter na deze sessie.

“Compassie is beheerster, afstandelijker en constructiever. Het laat je niet delen in het lijden van de ander, maar helpt je wel diens leed te zien, en vervolgens in actie te komen. Compassie geeft energie”

Dus, lijkt de boodschap: toon compassie en vooral niet teveel empathie.

 

Citaten uit “De meeste mensen deugen”.

De meeste mensen deugen” bij bol.com en bij managementboek.nl