In een hiërarchie hebben medewerkers doorgaans weinig zeggenschap. Het is voor hen heel moeilijk om voet aan de grond te krijgen voor nieuwe ideeën. Sommige, vooral jonge, medewerkers proberen nog weleens wat. Vanuit hun heilig vuur en met hart voor hun organisatie proberen zij soms iets nieuws uit. Als zij één of meerdere keren hun neus gestoten hebben, dan neemt de bereidheid om de nek uit te steken af. Medewerkers hebben daarmee de neiging te aanvaarden dat verandering alleen van bovenaf kan plaatsvinden.

Ik heb meerdere keren gezien dat medewerkers zich in organisaties waar niet naar hen geluisterd werd zich terugtrokken op hun primaire taken. Zij doen hun werk en houden zich afzijdig van alles waar het management mee bezig is. Het management is intussen druk aan het managen. De medewerkers proberen zo min mogelijk met het management in aanraking te komen. Sommige medewerkers vertonen subversief gedrag, zij bouwen hun eigen koninkrijkjes en verwerven macht doordat het management hen wel nodig heeft. Zij bouwen muren om zich heen door cruciale kennis voor zich te houden. Het management heeft geen grip op hen. Soms wordt zo’n bastion aangepakt. De schade daarvan is voor de organisatie doorgaans groter dan de schade die zij denkt te ondervinden van het bestaan van zo’n bastion.

Medewerkers die zich machteloos voelen vervallen in lijdzaamheid en afwachtendheid (en soms dus ook in subversiviteit). Zelfs onder moeilijke omstandigheden blijven die medewerkers naar boven kijken. Het management moet ingrijpen. Grijpt het niet in dan daalt het in de achting. Medewerkers hebben geleerd dat verandering door hen niet bewerkstelligd kan worden. Uiteindelijk draait het om macht en onbegrip.

In niet-hiërarchische organisaties is het leiderschap (en de macht) gedistribueerd. Mensen die weten waar iets over gaat hebben zelf de mogelijkheden om daar besluiten over te nemen. Dat leidt tot betere en snellere besluiten. Op de actualiteit wordt directer en effectiever ingespeeld. Er wordt vernieuwd zonder dat er een manager aan te pas komt.

Morning Star is zodanig georganiseerd dat medewerkers zelf initiatieven en besluiten kunnen nemen. Holacracy (lees “Holacracy en ik”) is een besturingssysteem waarbinnen dit ook mogelijk is. Medewerkers binnen een dergelijke organisatie weten (of: beseffen na enige tijd) dat niemand hen zal vertellen hoe en wat ze moeten doen. Ze zijn zelf verantwoordelijk. Zij moeten noodzakelijke verandering zelf initiëren. Zij weten dat zij naar niemand kunnen kijken als verandering noodzakelijk is, behalve naar zichzelf.

 

Citaten uit “Wat er nu toe doet”.

Boekbespreking “Wat er nu toe doet

De Engelstalige versie van dit boek, “What matters now”, bij managementboek.nl en bij bol.com