In organisaties is altijd sprake van groepsdruk. Mensen willen als lid van een groep niet als buitenstaander of zonderling worden gekwalificeerd. Groepsdruk leidt er soms toe dat aanwezigen in een vergadering meegaan met ideeën omdat andere dat ook doen. Soms leidt dat er toe dat besluiten worden genomen die niet wenselijk zijn, niet werken en die volledig verkeerd kunnen uitpakken.

Meegaandheid is nodig om tot de samenwerking te kunnen komen die eigen is aan mensen. Het is een eigenschap die bij dieren niet voorkomt. Richard Wrangham stelt:

Meegaandheid moet als fundamenteel voor de mens worden gezien, niet alleen omdat het ongebruikelijk is, maar ook omdat het waarschijnlijk een vitale voorwaarde is voor gevorderde samenwerking en leren.

Meegaandheid heeft dus zeker positieve aspecten, maar, zoals gezegd, kan het ook verkeerd uitpakken.

Dus meegaandheid, oké. Maar je moet wel zorgen dat je niet een teveel aan bevestiging krijgt. Je moet een kritische blik blijven aanmoedigen.

In de geschiedenis kenden we aan hoven van heersers het fenomeen van de nar. De nar was er niet alleen voor het vermaak, nee, de nar mocht met de nodige humor ook van alles zeggen wat anderen niet mochten of durfden te zeggen. De nar opperde bezwaren tegen de denkbeelden van de heerser. De nar was een vorm van georganiseerde kritiek.

In intervisie, maar ook bijvoorbeeld in de overlegvormen van holacracy (lees: Holacracy en ik), wordt kritiek aangemoedigd. Nadat in een holacratisch roloverleg een probleem (of spanning) is geformuleerd volgt een ronde met verhelderende vragen. Daarna krijgen deelnemers allemaal de kans om bezwaren te uiten. Omdat bezwaren uiten daarmee wordt gelegitimeerd is de kans op het echt uiten daarvan veel groter dan in traditionele vergaderingen.

Soms worden degenen die altijd kritisch zijn als lastig weggezet. Ook dat is heel menselijk. Maar, of het verstandig is … Ja, het kan soms lastig zijn als je niet verder komt omdat er veel kritische weerstand is op een idee of voorstel. Maar, bedenk dan wel, dat als je die kritiek niet kan pareren je voorstel waarschijnlijk weinig levensvatbaarheid zal hebben. Ja, er zijn dikke bomen op de weg en die moet je één voor één omzagen voor je je weg kan vervolgen.

Ik ben eens een aantal maanden interim manager geweest van een afdeling in een groot bedrijf. Toen directe collega’s hoorden dat ik die groep waarnam kreeg ik direct opmerkingen als “Oh, dat is wel een moeilijke groep. Daar zitten een paar heel lastige figuren in.” Als ik verder vroeg dan bleek het om twee kritische personen te gaan. En inderdaad, ze waren wel zo kritisch dat ze veel van je vergden. Maar, daardoor kwamen we gezamenlijk ook verder. Dus, wat mij betreft: koester je narren!

  

Citaat uit “De goedheidsparadox”.

De goedheidsparadox” bij bol.com en bij managementboek.nl